Voor de familie van mijn medegevangenen
Voor "Tieneke", 't dochterken van de heer I. De Vos (13 jaar)
Tieneke, mijn lieveke, in gansch dees droeven tijd
Is er geen stond, mijn kindeke, dat g' uit mijn herte zijt.
En schijnt de tijd mij bange en pijnlijk, ver van huis,
Neem ik nog gauw een sprongetje, tot Brugge Sinte Kruis,
Een sprong tot bij mijn kindeken, dat ook aan Pa veel denkt
'K ben zeker dat z' hem dagelijks, haar liefste wenschen schenkt.
Een vraagske nog, mijn herteke: "Zie dat ge brave zijt!".
Voor "Hector" van Mr. Van de Kerckhove (11 jaar)
Heel zeker, beste jongetje, is 't nu een zwaren tijd,
Een tijd waarop gij vadertje, opeens verloren zijt
"Corda", dat is uw "herteken" dat weet gij als student,
Treft nog zoo menig pijlken, eer dat gij groot zijt, vent,
Op dus het hoofd gehouden, zoo flink als het maar kan,
Reeds steunt ge Moe en Zusje, zoals het hoort, he, man?
Voor "Nicole" van Mr. Van de Kerckhove (8 jaar)
Neen, niets viel mij zoo lastig, niets heeft me meer bedroefd,
In al dees bange uren heeft niets me meer beproefd,
Cherubijntje, mijn lieveke, dat men van u me scheidt.
O denk maar, mijn krollekop, hoe lief dat gij me zijt!...
Laat niet uw kopje hangen, niets doe uw hartje zeer:
En op een goeden morgen, hebt gij uw Paatje weer!...
30 april 1942