't Familieportret
Het ontbreekt me hier aan het familieportret om zoo nu eens en dan naar te zien:
Daar zit Moeske getroond als een echte vorstin, in den luister en praal van haar rijk,
en naast haar, op den troon, als ons oudste prinses, zit te monk'len ons stoere Christien;
op den flank, zooals 't past aan de steunende kracht, staan Albert en André er te prijk,
op hun beider figuur kan men lezen alvast dat de pret in ons huizeken woont;
dat verraadt ook den blik van lieve Jeanien, die naast Paps, bij zijn zetelken troont.
Maar het liefst en het mooist is ons kleine kapoen, daar omhoog, die het al overheerscht.
Ach! Zij weet het zoowel dat z' het kakkernest is en in iedereens herteken heerscht!
Zoo, daar zit ik dan bij, als een oud-generaal... generaal, wel verstaan... op pensioen....
Tja!... Dat beeld mis ik hier om van tijd naar te zien... want ik heb het zoo innig vandoen.
17 april 1942